De geboorte van een verhaal

De geboorte van een verhaal

 

Een onorthodoxe kerstoverweging.

 

(Ophef 2005/4)

 

Het gebeurde (of moet ik zeggen: het geschiedde?) na de performance van Li Koelan tijdens de studiedag “Lernen in de geest van Tamis Wever”. ‘Geboren in een sneeuwstorm’ heette haar bijdrage (zie elders in dit nummer) en ze had ons heel toepasselijk begroet met witte confetti om die sneeuwstorm uit te beelden (nog blij dat Tamis niet tijdens een stortbui is geboren). De aanwezigen liepen naar de hal voor een kopje thee. Ik zag en hoorde ze allemaal langskomen, want ik zat achter mijn tollenaarstafeltje bij de ingang. Zo ook een van de zussen van Tamis, ze monkelde en mopperde wat en ik hoorde haar, meer in zichzelf dan tegen iemand in het bijzonder, zeggen: “Daar weet ik niets van, van die sneeuwstorm… daar heb ik onze moeder ook nooit over gehoord…”.

Toen ik me later thuis deze opmerkelijke scene weer herinnerde, stond ik opeens in Jeruzalem. Jacobus, de opziener van de gemeente van Jeruzalem, de alom hooggeachte ‘broeder des Heren’, had juist het eerste ontwerp van het evangelie van Lucas in handen. Hij monkelde en mopperde wat en ik hoorde hem, meer in zichzelf dan tegen iemand in het bijzonder, zeggen: “Geboren in een stal…. daar weet ik niets van, daar heb ik onze moeder ook nooit over gehoord.”

Ten aanzien van het geboorteverhaal van Tamis Wever zijn er ruwweg twee mogelijkheden: Li Koelan is beter dan Tamis’ zuster op de hoogte van de bijzondere omstandigheden rond de geboorte van Tamis of, en u begrijpt dat ik persoonlijk dit laatste veronderstel, Li Koelan, vindt net als wij – en ongetwijfeld u allen na het lezen van deze Ophef – dat Tamis Wever een heel bijzonder mens was en bij een bijzonder mens hoort een bijzondere geboorte. Tertium non datur? Ach, je moet nooit iets uitsluiten, misschien had Li Koelan gewoon veel witte confetti bij zich en had ze het daarom over een sneeuwstorm. Maar goed, daar gaan we even niet van uit.

Spierdijk 23 februari 1937… Ik hoef de woorden maar uit te spreken en de koude rillingen gaan over mijn rug en ik wrijf onwillekeurig in mijn handen alsof ik ze warm moet zien te krijgen. Ik zie het Westfriese land in de omgeving van Hoorn voor me, eindeloos uitgestrekt, het is februari, het zijn data die je associeert met elfstedentochten, je ziet de ijzel op de takken en de verwaaide sneeuw op de velden. En voila, daar is het verhaal geboren: Tamis Wever, geboren tijdens een sneeuwstorm. Ik zou het nog uit kunnen gaan zoeken, of het verhaal historisch waar is, maar ik doe het niet, want ik vind het zo’n mooi verhaal.

Daarmee houdt ook tegelijk de vergelijking met dat andere geboorteverhaal op, want we kunnen de historische juistheid van het kerstverhaal niet meer nagaan. Opnieuw zou ik denken: waarom zouden we ook, het is een mooi verhaal. Maar dat ligt iets gecompliceerder, juist doordat er door grote groepen gelovigen zo veel waarde wordt gehecht aan de historische waarheid. Nee, als we die ‘waarheid’ zouden kunnen achterhalen, dan zouden we wel moeten. Maar ook dat verandert niets aan de werkelijkheid, dat we die waarheid nooit zullen kennen. Blijft dus de vraag naar de geboorte van dit verhaal, oftewel: waarom vertellen de evangelisten die een geboorteverhaal hebben (Matteüs en Lukas) hun verhaal zoals ze dat vertellen? En daarmee wordt de vraag verlegd van “wat wordt ons over het gebeuren meegedeeld” naar “wat wil de verteller aan ons zeggen”.

Wat een rare gedachten al niet door een paar handen vol confetti teweeg gebracht kunnen worden. Ook dit: dat we leven met verhalen en uit verhalen en dat die verhalen zo deel uit zijn gaan maken van je leven dat het ook jouw verhaal gaat worden. Misschien moesten we dat maar vieren met kerst, de geboorte van dit verhaal!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit bericht is geplaatst in Publicaties. Bookmark de permalink.