Nieuwe boeken (2013/1)

Ariaan Baan & Gerard van Zanden (redactie), De vrolijke Schriftgeleerde. Een  bundel meditaties, aangeboden aan Rinse Reeling Brouwer voor zijn zestigste verjaardag. Uitgeverij 2VM, Bergambacht 2012. 110 pag. ISBN 978 94 90393 29 8

Als eerste stel ik u een boek voor, dat u niet in de winkel aan zult treffen, maar geen nood, u kunt het (gratis) lezen via http://fransbreukelman.nl/de-vrolijke-schriftgeleerde/. Het boekje werd tijdens het Barthianum van 25 januari j.l. op de VU aan Rinse aangeboden. Na een korte autobiografische schets door Rinse zelf staan er zesendertig zeer korte (korter nog dan een Ophef-artikel) meditaties in door vrienden en collega’s (m/v) van Rinse. Dat ze allemaal kort zijn is ook hun enige overeenkomst. Zoveel hoofden, zoveel zinnen. Iedereen kent Rinse op zijn eigen unieke manier en iedereen gaat op zijn eigen even unieke manier om met de Schrift. En als ook niet-theologen meeschrijven en ook zij een bijbeltekst als uitgangspunt nemen, wordt het alleen maar spannender. Als ik een keuze maak in het noemen van enkele bijdragen, doe ik anderen tekort, maar ik doe het toch. Dat van een preek van Miskotte (over Joh. 3, 6-7) een gedicht (een Miskotte-sonnet) gemaakt kan worden, verbaast me niet echt, want Miskottes theologie is al bijna poëzie (“een dankend dichterschap” noemt K.H.M. het in De weg van het gebed), maar het gedicht, dat Dieuwke Parlevliet ervan gemaakt heeft, heeft minstens evenveel zeggingskracht als de preek over ons vergrijzend bestaan. Buitengewoon actueel is de bijdrage van Hans Peter Gramberg, die de huidige strijd tegen de jongensbesnijdenis betrekt in zijn verstaan van Genesis 17:11. En natuurlijk, wij, de vriend(inn)en van Rinse, zijn een weinig gehoorzaam volkje. Dus niet iedereen hield zich aan het voorschrift om een meditatie over een bijbeltekst te schrijven. Ook dat moet kunnen. Hans Groenewegen leest de bijbel niet alleen literair (hij is tenslotte Neerlandicus), maar ook als boek, als geheel, dat ook zo gelezen wil worden en niet alleen fragmentarisch zoals wij theologen plegen te doen. Hij belijdt zijn liefde voor de Schrift met de volgende woorden: “Dankzij de Schrift kan ik telkens weer van een misstap worden weerhouden of er vandaan worden teruggebracht omdat Hij mij ermee in kennis brengt dat iedereen misstappen begaat. Wat een onmogelijkheid om het gezag van een waar geloof of een politiek gezag te claimen. Wat een vrijheid om te leven. Wat een vrij makend, richtend recht.”.

Tenslotte: misschien vind u mijn keuze om dit boek, dat niet eens in de winkel te koop is, aan te bevelen een typisch voorbeeld van vriendjespolitiek. Daar heeft u helemaal gelijk in! Ik gebruik deze rubriek om u te vertellen welke van de boeken, die ik heb gelezen, wellicht ook voor de lezers van dit blad interessant zouden kunnen zijn en die keus is volstrekt subjectief.

 

Piet Leupen, De vergissing van Jezus. Het uitblijven van zijn koninkrijk en de gevolgen, Bert Bakker, Amsterdam 2012. 298 pag. € 22,50. ISBN 978 90 351 3744 8

De grootste vergissing van dit boek is de titel, maar daar is – zo liet de auteur bij een lezing over zijn boek mij weten – de uitgever verantwoordelijk voor. Een vergissing van Jezus zou immers impliceren, dat wij weten, hoe Jezus gedacht heeft over de komst van het koninkrijk en wat hij daar zelf precies over heeft gezegd. Beide is – al denken sommige nieuwtestamentici daar anders over – niet het geval. Wij weten wat de evangelisten erover hebben gezegd, c.q. Jezus erover laten zeggen en hebben op grond daarvan een vermoeden, hoe hierover in de vroege kerk werd gedacht. En inderdaad, daar werd een spoedige wederkomst verwacht. Op de theologische implicaties daarvan – en op de theologie überhaupt – gaat de auteur niet in. Hij is geen theoloog, maar een historicus en met name gespecialiseerd in de Middeleeuwen. Waarom houdt een mediëvist zich bezig met de parousie of met het uitblijven ervan? In de eerste plaats denk ik omdat deze mediëvist (hij was in vroegere tijden een regelmatig bezoeker van de Tenach en Evangelie-bijeenkomsten met Kleijs Kroon) geïnteresseerd is in bijbelverhalen, maar ook omdat hij de van het christendom en christelijke teksten doordrenkte Middeleeuwen beter wil begrijpen. En daarin speelt het uitblijven van de wederkomst een grote rol, enerzijds doordat er steeds nieuwe verwachtingen over die wederkomst opkomen, anderzijds doordat er praktijken ontstaan (de auteur noemt dat ‘hemelse praktijken’) waarin dat uitblijven als het ware gesublimeerd worden. Deze hoofdstukken (het tweede deel van het boek) vind ik het spannendst. Het eerste deel, waarin Leupen uitlegt, hoe hij de Schrift en de vroegste kerkgeschiedenis begrijpt vind ik minder. Het is niet overal overtuigend en veel dingen zijn al door anderen (beter) gezegd. Dat neemt niet weg, dat zijn poging dapper en goed is, want zo goed als je in het Louvre bij god niet begrijpt, wat al die middeleeuwse schilders uit hebben willen beelden, wanneer je de bijbelverhalen niet kent, zal je als historicus ook weinig van de Middeleeuwen en de middeleeuwers begrijpen, wanneer je niet geïnteresseerd bent in hun verstaan van Bijbel en theologie.

 

Cornelis den Hertog, The Other Face of God. ‘I Am That I Am’ Reconsidered, Sheffield Phoenix Press 2012, 344 pag. ISBN 978 1 907534 17 1.

In 1996 promoveerde Cok den Hertog in Amsterdam op het proefschrift Het zonderlinge karakter van de Godsnaam. Literaire, psychoanalytische en theologische aspecten van het roepingsverhaal van Mozes (Exodus 2,23-4,17). Het nu in het Engels in de serie Hebrew Bible Monographs verschenen boek is niet een vertaling van deze dissertatie. Het boek is aanmerkelijk langer en concentreert zich op een veel kleiner tekstgedeelte (3,12-15 maar vooral 3,14). Het is dus het resultaat van het feit dat de auteur na zijn promotie ‘zijn thema’ trouw is gebleven, steeds meer gegevens daarover naar boven heeft gehaald en uiteindelijk, zoals ook al duidelijk wordt uit de titel van het nu verschenen boek de hele zaak nog eens heeft heroverwogen. Het uitvoerige laatste hoofdstuk van zijn proefschrift, waarin hij vooral met behulp van Lacan een psychoanalytische lezing van het roepingsverhaal van Mozes presenteerde, blijft in de Engelse uitgave achterwege. Aan de taalkundige analyse daarentegen wordt in dit boek veel meer aandacht besteed. In het kader van deze rubriek, waarin ik probeer u warm te maken voor spannende nieuwe uitgaves, is het niet mogelijk om een uitvoerige samenvatting van het boek te geven, maar ik kan wel een kleine hint geven: “ik ben die ik ben” wordt door Den Hertog vooral begrepen als “ik zal zijn die ik zijn zal”, in het Engels eigenlijk nog sterker: ‘I may be who I may be’: Ik zal mij misschien nog heel anders presenteren dan op de manier, waarop jullie mij kennen. Oftewel: Het andere gezicht van God, The other face of God. Het feit dat het boek weliswaar in het Engels is geschreven, maar herkenbaar in het Nederlands bedacht, maakt het erg gemakkelijk lezen. Omdat het qua inhoud toch behoorlijk ingewikkeld is, is die helderheid mooi meegenomen.

 

Maarten den Dulk, Gerben van Manen en Gea Smit, Verlegen om een goed woord. Onderweg met Gerrit de Kruijf, Boekencentrum Zoetermeer 2013), 176 pag. € 17,50. ISBN 978 90 23927 04 4

Net als Rinse werd ook Gerrit de Kruijf zestig. Voor hem was het zijn laatste verjaardag, hij overleed op 15 januari j.l. Terwijl ze al wisten dat hun vriend dodelijk ziek was, maakten Maarten den Dulk, jarenlang zijn naaste collega als kerkelijk hoogleraar in Leiden, en anderen deze bundel voor Gerrit, waarvan hij de presentatie heel kort voor zijn dood nog heeft meegemaakt. Zowel collega’s uit Leiden als van de PThU en ook studenten werkten mee aan deze bundel, die een goed en hartelijk beeld schetst van deze bevlogen ethicus, de opvolger van Bert ter Schegget als hoogleraar christelijke ethiek namens de eerst Hervormde en later Protestantse Kerk. Zelf had ik met Gerrit altijd een wat plagerige verhouding, wat te maken had met het feit dat we beiden in dezelfde tijd in Utrecht studeerden, maar Gerrit op Excelsior zat en ik op Progredior en die twee oudste disputen van Utrecht… nou ja, we bevochten elkaar niet echt, dat deden we samen tegen Voetius, maar er was verschil. En er was ook verschil! Met name op het vlak van de politiek was Gerrit een stuk behoudender. Toen zijn boek Waakzaam en nuchter uitkwam, schreef ik in mijn bespreking: “… waakzaam en nuchter en heeeeel voorzichtig”. In de bundel komt Eginhard Meijering terug op dit boek en prijst Gerrit juist om datgene wat ik het meest problematische vond in zijn boek. Maar hij constateert wel heel terecht, dat De Kruijf hiermee blijk gaf van een goed gevoel voor verhoudingen. Het paarse kabinet was toen, in 1994, net aangetreden en de sfeer van polarisatie verdween enigszins uit de lucht en dat vroeg ook om een nieuwe (ethische) opstelling van de kerken. Toch zat Gerrit in het comité van aanbeveling van de Ter Scheggetstichting en ging ook in zijn ethiek politieke vraagstukken niet uit de weg. Zouden ze er nog zijn, ethici die thuis zijn in Barth en Bonhoeffer en Miskotte? Laten we het hopen en laten we ter nagedachtenis aan Gerrit de Kruijf met veel genoegen deze bundel lezen.

 

Marc de Kesel, Zizek, Boom Amsterdam 2012, 160 pag. € 16,90. ISBN 978 90 7759 803 0

Deze aankondiging had beter gedaan kunnen worden door onze mede-redacteur Tiers Bakker, die een liefhebber van zowel De Kesel als Zizek is, maar ik waag het er maar op, om jullie in ieder geval te laten weten, dat dit boek er is, dat in samenwerking met de uitgeverij Lannoo in Leuven tot stand kwam. Zizek is hot, maar voor zover ik weet – en u begrijpt ik weet hierover niet zo veel – is dit de eerste Nederlandstalige monografie over Zizek (er moeten eigenlijk twee omgekeerde dakjes boven de beide z’s, maar die vind ik niet op mijn toetsenbord). Het boek begint met een briljant opschrift: Slavoj Zizek was born, writes books and will die. Een intellectuele existentie, nooit weggeweest van de universiteit, een korte tijd in Parijs, waar hij een doctoraat in de psychoanalyse haalt, maar verder altijd verbonden aan de universiteit van Ljublana (Slovenië), de stad waar hij is geboren, gestudeerd heeft, gepromoveerd is in de filosofie en tot op heden hoogleraar is. Wat ik van Marc de Kesel begrijp over de totalitarisme-theorie van Zizek, waarin hij hele alledaagse bijna banale situaties analyseert, vind ik spannend, maar kan ik niet goed beoordelen, omdat ik de geciteerde boeken van Zizek niet heb bestudeerd. Mij lijkt, voor de insiders verplichte kost en voor de outsiders (zoals ikzelf) misschien een ingang om een begin te maken met het lezen van Zizek.

 

Theo de Boer & Ger Groot, Religie zonder God. Een dialoog, Sjibbolet Amsterdam, 2013. 120 pag. € 17,50. ISBN 978 94 9111 005 4.

Nog meer filosofie, maar gelukkig heel wat minder moeilijk, dit deeltje in de serie Oratio. De inhoud van de dialoog kan ultrakort aangegeven worden met de titel van het eerste artikel van Theo de Boer: “God zonder religie of religie zonder God”. En wie wel eens wat van Theo de Boer heeft gelezen (bijvoorbeeld: De God van de filosofen en de God van Pascal uit 1989 of Langs de gewesten van het zijn uit 1994) of wie de columns en artikelen van Ger Groot uit de NRC of de Groene Amsterdammer kent) veronderstelt natuurlijk onmiddellijk de rolverdeling: De Boer heeft het liever over God zonder religie (en u begrijpt dat daar mijn voorkeur als gekend Bonhoeffer-fanaat ligt) en Groot liever over religie zonder God. De dialoog bestaat uit vier artikelen, waarin ze weliswaar op elkaar ingaan, maar toch vooral hun eigen positie uiteenzetten. Na het al genoemde artikel van Theo de Boer, waarin hij de ontwikkeling van het filosofisch denken vanaf het ontologisch godsbewijs van Anselmus schetst, volgt een artikel van Ger Groot, dat de, eveneens programmatische, titel “de kracht van het gebaar” draagt. U begrijpt: het gaat in de religie niet om God maar om het gebaar, het ritueel. Voor wie bezig is geweest met de schitterende (maar hier niet besproken) nieuwe geannoteerde vertaling van Levinas’ Totalité et Infini door Theo de Boer vindt in deze essays van hem veel daarvan terug en begrijpt daardoor wellicht ook het boek van Levinas beter. Overigens, met dat de positie van Theo de Boer voor mij herkenbaarder is en ik het met hem in de regel ook meer eens ben, is niets ten nadele van Ger Groot gezegd. We hoeven ons tegenover niemand te rechtvaardigen, maar we moeten wel bereid zijn om het gesprek aan te gaan met een ieder over wat wij met ‘God’ en met ‘religie’ bedoelen.

 

Trees Versteegen, Geleefde genade. Een bijdrage aan de theologie van genade vanuit ervaringen van katholieke vrouwen, Narratio Gorinchem 2013. 314 pag. € 27,50. ISBN 978 905263 9345.

Op deze studie zal Trees Versteegen op 14 maart (op het moment dat ik dit schrijf is dat ‘morgen’) aan de Radbouduniversiteit in Nijmegen promoveren, maar gelukkig stuurde Naaratio mij het al een paar weken eerder toe, zodat het meegenomen kon worden in deze rubriek. Er is, zo wordt in dit proefschrift gesteld, de afgelopen vijftig jaar nogal wat veranderd in het denken over de genade binnen de katholieke theologie. Om dit duidelijk te maken bestudeert Versteegen de opvattingen van Henri de Lubac, Edward Schillebeeckx en Karl Rahner. De scheiding tussen natuur en genade wordt vervangen door een samenhang van de twee. De natuur is aangelegd op de genade en de mens heeft een natuurlijk verlangen naar God. Maar ondanks deze ingrijpende veranderingen blijven in deze beschouwingen de ervaringen van vrouwen buiten beeld. Daarin wil dit proefschrift voorzien. Ze doet dit door enerzijds te bestuderen wat daarover recent door vrouwen is geschreven (o.a. Judith Plaskow, Mary Daly en Lieven Troch) en anderzijds door interviews te houden om er achter te komen hoe vrouwen ‘genade’ beleven. De klassieke samenhang tussen zonde en genade blijkt in die interviews vrijwel afwezig. De geïnterviewde vrouwen beschouwen genade vooral als geschenk, maar wel iets waar je voor open moet staan. Een spannend boek met een veelheid aan verwijzingen naar theologie, die mij volstrekt onbekend is. Pijnlijk om vast te stellen dat er zo duidelijk sprake is van een tweedeling in een “mannen- en een vrouwentheologie” en hoe weinig die grenzen overschreden worden. Lezen dus, om meer “bij de tijd” te raken.

 

Paula Irik, Als het maar echt is. Over de zachte kracht van mensen met dementie. Elikser Leeuwarden 2013. 312 pag. € 20,00. ISBN 978 90 8954 510 7

Dit boek ontvang ik op de dag dat ik de Ophef af moet sluiten en insturen. Geen tijd dus meer om te lezen. Daarom een paar woorden uit het begeleidend schrijven van de uitgever. Ik mag bovendien toezeggen, dat Rieta van Staalduine, mijn vrouw, die directeur AWBZ is bij een grote zorgverzekering en haar leven lang betrokken bij AWBZ-zorg, waaronder ook die aan ouderen en dementerenden valt, voor het volgende nummer een recensie zal schrijven. Dit boek is een hartstochtelijk pleidooi voor een liefdevolle en zorgzame woonomgeving voor mensen met dementie, schrijft de uitgever en dat geloof ik direct. Voor zover ik Paula ken gaat ze altijd voor meer dan honderd procent voor haar mensen, eerst die van de Nassaukerk, daarna die van DISK en nu haar bewoners in het verpleeghuis. Jullie horen er meer over.

 

Dit bericht is geplaatst in Boekbesprekingen. Bookmark de permalink.