Nieuwjaarstoespraakje in het Gast-huis 10/1/2016

Toespraakje tijdens de nieuwjaarsreceptie voor gebruikers van het Gasthuis op zondag 10 januari 2016.

Beste mensen, vriendinnen en vrienden van het Gasthuis,

Het nieuwe jaar is nog maar tien dagen oud, maar het is niet goed begonnen. Na alle ellende met terreuraanslagen en vluchtelingencrisis in het voorbije jaar, kwamen in de afgelopen week de berichten binnen over de gebeurtenissen in Keulen. Een grote groep criminele jongemannen beroofden en schoffeerden een honderdtal Duitse vrouwen. Velen werden aangerand een enkele zelfs verkracht. De Duitse politie en in eerste instantie ook de pers koos ervoor om het bericht te brengen, zoals ik het zojuist formuleerde zonder nader in te gaan op de afkomst, de religie of de status van de groep mannen. Maar – zoals we allemaal weten – dat mag tegenwoordig niet meer. Politiek correct is niet meer correct, maar is een scheldwoord geworden. Als het moslims zijn, moeten het moslims genoemd worden, als het Marokkanen zijn Marokkanen en als het Syrische vluchtelingen zijn, moeten het zeker Syrische vluchtelingen genoemd worden. Ik wacht op het moment, dat de politie volgens een nieuw soort politieke correctheid ons gaat melden dat een qua afkomst Groningse man op leeftijd, snor en baard dragend en woonachtig in Amersfoort gisteren iets te hard heeft gereden op het traject tussen Amsterdam en Utrecht. Ha, denkt u, daar hebben we weer zo’n linkse intellectueel die de zaak bagatelliseert. Voor de helderheid en politieke correctheid wil ik graag verklaren dat ik tegen iedere vorm van geweld tegen vrouwen ben en in de meeste gevallen zelfs ook van geweld tegen mannen. Maar het debat dat vervolgens in Duitsland, maar minstens zo sterk in Nederland op gang kwam, had weinig meer te maken met de concrete gebeurtenissen, maar werd aangegrepen om nog maar eens te wijzen op het grote gevaar van vooral islamitische vluchtelingen die naar ons land komen. Jazeker, er waren Syrische vluchtelingen onder de aanvallers. De politie stelt vast dat naar men nu weet zich onder de ongeveer tweeduizend relschoppende en zich misdragende allochtonen een zevental Syriërs hebben bevonden. Een ding – maar dat werd tot nu toe nog niet naar buiten gebracht – is ook duidelijk, dat het hier geen salafistische moslims, tot nu toe beschouwd als de meest gevaarlijke groep, betrof, gezien het feit, dat de hele meute stomdronken was en zoals u weet deze orthodoxe moslims geen druppel alcohol drinken. Zo lang als de politie gegevens bijhoudt over criminaliteit – en ik heb het dan met name over zaken als zakkenrollen, tasjesdiefstal, woninginbraken en berovingen – kan men vaststellen dat die hoofdzakelijk worden gepleegd door de laagste maatschappelijke klasse, bestaande uit mensen die zichzelf weinig kans toedichten op een andere manier vooruit te komen in de maatschappij. In onze tijd zijn dat vooral allochtonen. Ook als zij voor de tweede of derde generatie in West-Europa zijn, behoren ze vaak nog steeds tot die maatschappelijke onderklasse. Dat zegt iets over hun wil tot integreren, maar ook iets over onze ruimte om hen te laten integreren met behoud van eigen identiteit. We dreigen met elkaar in een vicieuze neerwaartse cirkel te komen. Hoe slechter het gaat met deze allochtone onderklasse, hoe meer ze gediscrimineerd worden, hoe meer zij zich gehaat en vernederd voelen en hoe groter hun neiging tot criminaliteit of terreur.

Weet u wat ik hoop voor 2016? Ik hoop dat we weer gewoon politiek correct worden, dat we ons onbevooroordeeld en zonder discriminatie uitspreken over wat er gebeurt, dat we een misdrijf een misdrijf noemen en dat we volgens de grondregels van ons democratische rechtstelsel de verkeerde daad en niet de verondersteld verkeerde mens bestraffen.

Wat zouden we kunnen doen als mensen van goede wil – want zo hebben we elkaar als elk jaar rond Kerst weer herkend? Eigenlijk helemaal niet zo veel bijzonders. We zouden zomaar terug kunnen grijpen op de aloude woorden en waarden, die ons als gelovige mensen, en wellicht ook als niet gelovige mensen zijn bijgebracht. Onze naaste liefhebben als onszelf. Hun niets doen, over hen ook niets zeggen of denken, dat wij niet zouden willen dat zij aan ons zouden doen of over ons zouden zeggen of denken. We hebben de tien geboden, we hebben de wet en de profeten en we hebben het liefdesgebod zoals dat door Jezus in de Bergrede is geformuleerd. Meer hebben we niet nodig, om de vrede te zoeken voor de maatschappij waarin we leven. Ja, we moeten de rust bewaren en ons niet gek laten maken. En we moeten ons geloof niet verliezen. Dat wondere en bijzondere geloof dat tegen alles in en tegen de klippen op “en toch” blijft zeggen. En toch geloven we dat het anders kan en dat het anders moet, dat de zachte krachten zullen winnen, dat het toch nog wat wordt met dat koninkrijk. Zo moet het ons met elkaar en met alle mensen van goede wil wel lukken met elkaar. Een gezegend 2016!

 

Dit bericht is geplaatst in Lezingen. Bookmark de permalink.