Nieuwjaarstoespraakje Gast-huis 2017

Beste mensen,

2017 is een priemgetal. Priemgetallen zijn eigenwijze cijfers, ze kunnen alleen gedeeld worden door één (en dat is niet echt een delen) en door zichzelf. Ze zijn geen veelvouden van twee, drie, vijf of zeven, ze passen in geen enkel rijtje, behalve dan in de rij van de priemgetallen en dat is, zoals u weet, een onregelmatig rijtje. Nu ben ik als kerkhistoricus maar een halve historicus, maar ik had verwacht dat er nog tenminste één hele historicus in de zaal zou zijn, maar die is helaas ziek. Die had dan kunnen bevestigen, dat priemgetallen een zekere overeenkomst vertonen met de geschiedenis. De geschiedenis verloopt niet langs regelmatige lijnen, maar gaat met horten en stoten, met breuken en sprongen. Daarom zijn alle voorspellingen over het jaar 2017 zo betrekkelijk. Want al die voorspellingen gaan ervan uit, dat er bepaalde ontwikkelingen, bepaalde wetmatigheden te ontdekken zijn en dat die zich in het komende jaar verder zullen ontwikkelen. Maar zo gaan de dingen lang niet altijd. Opeens wordt het wiel uitgevonden en gebeuren dingen, die voor die tijd ondenkbaar waren. Op zondag 26 november 1939 schrijft de grote Nederlandse theoloog Kornelis Heiko Miskotte in zijn dagboek: “De tijd komt, dat we nauwelijks arbeiders meer nodig hebben, maar ook geen intellectuelen, behalve een paar aan de kop. Er worden in Amerika elektronische reken- en denkmachines gebouwd, mechanische hersens, die nauwelijks oplosbare problemen oplossen in een minimaal tijdsverloop”. De historicus op wie ik eerder doelde is een overtuigd purist, die vliegende blaadjes verdeelt en rijmpjes schrijft op zijn webzijde. Hij zou kunnen overwegen om het schitterende neologisme ‘denkmachine’ te gebruiken in plaats van ‘computer’. Zeker Miskotte was een ziener, maar niet een ziener in de zin van een toekomstvoorspeller, maar een ziener in de zin van een profeet. Dat is iemand, die de ontwikkelingen in de wereld nauwgezet en schriftgetrouw volgt, om daar conclusies uit te trekken en te waarschuwen voor naderend onheil. Om iets over de toekomst te kunnen zeggen, iets waar we ook werkelijk iets aan hebben, daar is een profetische blik voor nodig. Wat is een profetische blik? Dat is proberen te bedenken, hoe God naar de wereld kijkt. Niet dat we dat ooit kunnen weten, maar op grond van de verhalen in de bijbel kunnen we een vermoeden ontwikkelen. Zelfs als we zouden denken dat God niet bestaat, dan nog zouden we een vermoeden kunnen  hebben, hoe die niet bestaande God van de bijbel naar onze wereld zou kijken. Ik ben geen ziener en geen profeet, maar heb me wel eens intensief met de bijbel bezig gehouden en ik denk dat God zich rot zou schrikken. Dat iemand op de meest platvloerse manier af zou geven op alles wat anders is dan hij: vrouwen, zwarten, latino’s, Mexicanen, homo’s en moslims en dan toch zou worden gekozen tot machtigste man van de wereld, dat moet toch ondenkbaar zijn in de ogen van wie het recht van de vreemdeling in uw poorten, van de kleinste en de zwakste de maatstaf voor gerechtigheid is. Dat mensen die zich allemaal beroepen op de God van Abraham (u weet, dat is diezelfde als de god van de bijbel) elkaar nu al vele jaren op leven en dood bestrijden, terwijl Abrahams zonen, Izaäk en Ismaël – die het ook niet zo goed met elkaar konden vinden – de wijsheid hadden om samen hun vader te begraven en vervolgens ieder huns weegs te gaan, zonder elkaar in de weg te zitten, dat moet toch onbegrijpelijk zijn voor die God van Abraham.

Nee, het valt niet mee. Maar toch: 2017 is een priemgetal. De dingen ontwikkelen zich niet langs lijnen van geleidelijkheid. Omkeer, een nieuwe start is mogelijk. De dingen kunnen zo maar opeens heel anders worden. Naast de bijbel ben ik een groot bewonderaar van het werk van Bertolt Brecht, misschien wel de grootste dichter en toneelschrijver van de vorige eeuw. Een opname van de Dreigroschenoper ligt altijd in mijn auto, zodat ik die op langere ritten luidkeels mee kan zingen. Hij schreef ook – niet in de Dreigroschenoper – het lied van de Moldau. De eerste regels daarvan: (ik zing ze niet, maar zal ze zeggen) luiden: „Am Grunde der Moldau, wechseln die Steine / Es liegen drei Kaiser begraben in Prag / das Grosse bleibt gross nicht, und klein nicht das Kleine/ die Nacht hat zwölf Stunden / da kommt schon der Tag“. Toen ooit aan Bertolt Brecht gevraagd werd, wat zijn belangrijkste inspiratiebron was, zei hij met een grote grijs: “Da werden Sie sich wundern, die Bibel!”. Nee, daar verwonder ik me niet over, dit weten van de mogelijkheid, dat alles anders kan worden, dat er steeds weer een nieuwe dag is, dat er ook in de donkerste tijden gezongen  wordt (Jawohl, von  den finsteren Zeiten), dat is een bijbels inzicht, dat getuigt van een profetische blik. Laten we daarom vol goede moed, met geloof, hoop en liefde, beginnen aan het jaar 2017, een jaar dat – daarvan ben ik overtuigd – vol verrassingen zal zijn.

Dit bericht is geplaatst in Lezingen. Bookmark de permalink.