Lezing bij de presentatie van Schlingensiepens Bonhoefferbiografie in het Nederlands

Lezing bij de presentatie van de Nederlandse vertaling van Schlingensiepens Bonhoeffer-biografie door Gerard den Hertog en Gerard Dekker in Leusden, vrijdag 24 november 2017.

Beste Gerard, sehr geehrter Herr Doktor Schlingensiepen,

Mein längst verstorbener Vater war Schiffführer und kam aus Groningen im Norden der Niederlände. Er hat nie richtig Deutsch gelernt aber sprach sein eigenes Platt bis zu Berlin und hat gemeint das jeder ihn verstanden hat. Ich spreche weder Platt-Deutsch noch irgendein anderes Platt und werde weiter Holländisch reden in der Hoffnung dass Sie etwas davon mitbekommen. Aber trauen Sie mir, ich werde nur Gutes über ihres Buch sagen.

Dietrich Bonhoeffer, beste mensen, is op dit moment waarschijnlijk de meest gelezen en verkochte theoloog en de stroom publicaties over Bonhoeffer is onvoorstelbaar. In mijn bibliotheek is dat een kleine tien meter, maar ik ben mij er ten zeerste van bewust, dat er nog heel veel meer is. De drie toegesproken heren en ook ik zelf en verschillende anderen hier aanwezig hebben daar ook een behoorlijk aandeel in geleverd. Wat opvallend is in al die publicaties over Bonhoeffer, is dat die op de een of andere manier altijd ook enigszins biografisch van aard zijn. Het is duidelijk, dat de persoonlijke levensomstandigheden van een auteur altijd meespelen bij wat hij schrijft (zelfs wanneer hij of zij fictie schrijft), maar bij Bonhoeffer is dat in een veel sterkere mate het geval dan bij de meeste schrijvers. Ik zou zelfs de stelling wel durven wagen, dat de drie belangrijkste boeken van Bonhoeffer, Nachfolge, Ethik en Widerstand und Ergebung in de eerste plaats begrepen moeten worden als reflectie op de situatie waarin hij zich bevond. Bonhoeffer was bijvoorbeeld helemaal geen ethicus en zou nooit een boek over ethiek hebben geschreven, als er niet een levensgrote behoefte (ook bij hem zelf) was geweest, om te weten wat hem en de zijnen te doen stond, om op zoek te gaan naar wat in die specifieke situatie de wil van God was. En zo moest die theologische reflectie omgekeerd hem vooral helpen bij de beslissingen, waarvoor hij en zijn medestanders in de praktijk van hun verzet tegen het nationaal-socialisme kwamen te staan.

Daarom zijn biografieën van Bonhoeffer bijna nog spannender dan zijn eigen boeken. Zelf weet ik nog heel goed, dat het eerste boek over Bonhoeffer dat ik las de biografie was van Mary Bosanquet, Leven en dood van Dietrich Bonhoeffer, wat voor mij aanleiding was om in mijn eerste studiejaar de grote biografie van Bethge aan te schaffen en te lezen (die was kort daarvoor in een Nederlandse vertaling verschenen). Pas daarna las ik Bonhoeffer zelf en pakte daarbij weer regelmatig Bethge erbij om de context van het geschrevene te begrijpen. Sindsdien zijn er vele grote en kleine biografieën over Bonhoeffer verschenen. De meeste ervan heb ik ingezien, een aantal gelezen, maar steeds weer stelde ik vast, dat ze het niet haalden bij Bethge.

Met name de veelbesproken laatste twee, van Eric Metaxas en van Charles Marsh, ook beide in het Nederlands vertaald, blijven er ver bij achter. Zij hebben een vlot geschreven bijna geromantiseerd levensverhaal geconstrueerd, maar mijns inziens van Bonhoeffers theologie weinig begrepen. Het meest verschrikkelijke voorbeeld vind ik toch de volstrekt beledigende opmerkingen over de waarde van Widerstand und Ergebung, waarvan Metaxas schrijft dat het onzuivere en onvoldragen gedachtes zijn, die een schaduw werpen over zijn eerdere werk. Metaxas wil Bonhoeffer als vrome geloofsheld en evangelicaal avant la lettre en streept daarom Bonhoeffers diepste en ongehoord nieuwe gedachten, die hij na een jaar van theologisch zwijgen eindelijk aan het papier heeft toevertrouwd, simpelweg door. En volgens Schlingensiepen (en daar ben ik het van ganser harte mee eens) hebben ze ook de specifieke Duitse context van Bonhoeffers geschiedenis onvoldoende begrepen en verdisconteerd en die vervangen door de context, waarbinnen ze zelf opereren.

Bonhoeffers biografie en zijn theologie horen onlosmakelijk bij elkaar. Je kunt zijn theologie niet begrijpen zonder zijn biografie, maar omgekeerd zijn biografie ook niet zonder zijn theologie.

Zoals ik al zei, voor mij blijft Bethge de standaard. En wat nu het mooie is van  Schlingensiepen en zijn biografie, is dat hij dat ook vindt. Ooit heeft hij met Bethge vastgesteld, dat er naast de steeds groter wordende biografie (de laatste, negende druk bevat 1150 pagina’s) behoefte zou zijn aan een kortere handzame versie. Pas heel veel later is het er van gekomen en toen is het toch iets anders en ook heel veel meer dan een samenvatting van Bethges biografie geworden. Nu we door de Dietrich Bonhoeffer Werke en het vele onderzoek dat in het kader daarvan en daarna met behulp daarvan gedaan is, over nagenoeg alle teksten, brieven etc. van Bonhoeffer beschikken, hebben we nog veel meer informatie dan waarover Bethge beschikte. Schlingensiepen heeft die nieuwe informatie gebruikt, zodat het ook voor mensen die de grote Bethge hebben gelezen, toch een interessant boek is geworden.

En heel soms zijn ook dingen rechtgezet, die Bethge destijds eenvoudigweg niet kon weten en daarom verkeerd heeft opgeschreven. Zo is de wereldberoemd geworden passage over het sterven van Bonhoeffer, die door Bethge was gepubliceerd op grond van het bericht van de kamparts van Flossenburg, in deze biografie weggelaten. De bewuste kamparts heeft zichzelf schoon willen praten met een aandoenlijk vroom verhaal, terwijl hij het vanuit zijn positie helemaal niet heeft kunnen zien en er ook helemaal nooit een echt schavot met trap en galg geweest is, maar de terechtstellingen in Flossenburg  veel slordiger werden uitgevoerd. Schlingensiepen wijdt een uitvoerige voetnoot hieraan, waarin hij terecht niet Bethge kritiseert, maar vaststelt, dat de bewuste kamparts aantoonbaar gelogen heeft.

In 2005, in hetzelfde jaar waarin de laatste druk van Bethges biografie verscheen, verscheen dan deze biografie van Schlingensiepen. Er was een tijd – dat was in ieder geval nog zo toen ik theologie studeerde – dat iedere theoloog Duits kon lezen. In de jaren zeventig was nog driekwart van mijn  studieboeken duits-talig. Dat is niet meer zo. De taal – voor zowel de beta als de alfa-vakken – is op de universiteiten Engels geworden. Meer dan de helft van alle in Nederland geschreven dissertaties is in het Engels. Daarom werd al in 2010 een Engelse vertaling uitgegeven met de titel: Dietrich Bonhoeffer, Martyr, Thinker, Man of Resistance. En nu is er dan ook een Nederlandse vertaling.

Een Nederlandse vertaling door Gerard Dekker en Gerard den Hertog. Gerard Dekker kom ik al een jaar of tien (of misschien ook al wel langer) tegen in het Bonhoeffer werkgezelschap en met Gerard den Hertog heb ik de Nederlandse vertaling van de Ethik gemaakt, die in 2012 verscheen.

Toen Gerard en ik samen onze vertaling maakten, bespraken we elkaars werk wel uitvoerig en corrigeerden elkaar ook, maar uiteindelijk vertaalde elk zijn eigen hoofdstukken en dat werd ook ondertekend omdat de hoofdstukken werden voorzien van een eigen korte inleiding, meestal van historische aard. Welk gedeelte van deze vertaling van welke Gerard is, heb ik niet kunnen ontdekken, terwijl ik van beide toch de nodige publicaties gelezen heb en hun eigen schrijfstijl waarschijnlijk zou herkennen. Dat zegt over deze vertaling twee dingen, die beide onverdeeld complimenteus zijn voor de vertalers. Zij zijn het klaarblijkelijk eens geworden over een gezamenlijke stijl van vertalen en hebben zich daaraan gehouden en zij hebben zich bij hun vertaalwerk zo ondergeschikt gemaakt aan het werk van dr. Schlingensiepen, dat er geen eigen schrijfstijl meer terug is te vinden. Gerard den Hertog had mij eerder al verteld, dat het vertalen van zo’n biografie toch heel anders in zijn werk gaat dan het vertalen van de Ethik. Bij dat laatste was het onze dure plicht om het woordgebruik van Bonhoeffer bijna concordant weer te geven. Als bijvoorbeeld in het hoofdstuk over ‘de geschiedenis en het goede’ meer dan tweehonderd keer het woord ‘Verantwortung’ wordt gebruikt, dan moet je het ook al die keren met verantwoordelijkheid vertalen, zodat ook de lezer van de Nederlandse uitgave kan zien, dat hier een nieuw themawoord wordt ingevoerd, dat de kern van dat hoofdstuk en misschien wel van de hele Ethiek uitdrukt. Bij een biografie, zo constateerde Gerard, kun je veel vrijer zijn. Dat is natuurlijk waar, maar desondanks stel ik vast, dat het een heel zorgvuldige, heel dicht bij de tekst van Schlingensiepen blijvende vertaling is geworden. Wat natuurlijk ook mogelijk werd, doordat Schlingensiepen een veel vlotter leesbaar boek heeft geschreven dan Bonhoeffer deed. De voor het theologische Duits zo typische eindeloos lange zinsconstructies, waarbij de ene bijzin steeds weer aan een volgende wordt gekoppeld, wordt door Schlingensiepen buiten de citaten nergens gehanteerd. Dus was er ook geen noodzaak om lange zinnen op te breken in leesbare eenheden. Het boek hoefde daarom niet via de vertaling ‘vlot leesbaar’ gemaakt te worden, dat was het al.

Heb ik dan helemaal geen fouten ontdekt? Dan zou ik niet goed gelezen hebben! En natuurlijk vind ik het hier ook niet de tijd en de plaats om op alle slakken zout te leggen. Eén wil ik er wel noemen. Op pag. 390 van Schlingensiepens boek wordt gezegd, dat Bonhoeffer ‘betete mit den Gefangenen und sprach über die Losung und den Lehrtextes des Tages’. In de vertaling staat dat Bonhoeffer bad met de gevangenen en sprak over de ‚Losung‘ en bijbeltekst van de dag. Het onvertaald gelaten woord ‘Losung’ is cursief gezet. Je laat soms – zoals de vertalers ook in hun voorwoord uitleggen – een woord onvertaald omdat een Nederlandse vertaling verwarrend zou werken en niet de lading zou dekken. Als je het bijvoorbeeld over ‘Gleichschaltung’ hebt, moet je niet met gelijkschakeling vertalen, want het Duitse begrip heeft niets met elektriciteit van doen, maar gaat over iets heel anders. Waar de vertalers toch ‘gelijkgeschakeld’ hebben gebruikt, hebben ze het dan ook terecht tussen enkele aanhalingstekens gezet. Maar de Nederlandse lezer, die geen Duits verstaat, weet helemaal niet wat het woord ‘Losung’ betekent, of kent het hooguit in de betekenis van ‘leus’. De ‘Losung’ is het bijbelvers, de tekst van de dag (een vertaling die bijvoorbeeld ook door van Dales Duits-Nederlands woordenboek als optie wordt gegeven) en daarnaast is er ook nog een ‘Lehrtext’, een tekst om nader uit te leggen of toe te lichten. Anders dan het woord ‘Losung’ komt het woord Lehrtext noch in de Van Dale noch in de Duden voor en daar is ook moeilijk een vertaling voor te vinden. Wat er nu staat, is eerst het onvertaalde woord en daarna de uitstekende vertaling van juist dat woord ‘Losung’, namelijk ‘de bijbeltekst voor die dag. Maar het gaat niet om één tekst, maar om twee teksten. De eerste (Jes. 53,5) is de bijbeltekst van de dag (de ‘Losung’) en de tweede (1 Petrus 1,3) is de preektekst (de Lehrtext), die voor die zondag is ingeroosterd. Het onvertaald laten staan van ‘Losung’ maakt hier de zaak alleen maar ingewikkelder.

Een andere fout (waarvan ik hoop dat die in de definitieve druk al is goedgemaakt) is dat in het colofon van de Nederlandse vertaling (althans in de computerversie die ik gelezen heb) staat, dat de oorspronkelijke uitgave uit 2007 is, terwijl mijn exemplaar een eerste druk uit 2005 is. Overigens wordt in het voorwoord van de vertalers ook 2005 als verschijningsjaar genoemd, dus zal het een typefout in het colofon zijn, waarvoor de vertalers niet verantwoordelijk zijn. Maar een kniesoor die daar op let.

Misschien leent het leven van Bonhoeffer zich er ook wel voor om er een film over te maken of een roman over te schrijven. Ooit zag ik een film (ik weet de titel niet meer), waarin de broers Dietrich en Klaus kort voor hun terechtstelling een ontroerende ontmoeting hebben, terwijl we vrijwel zeker weten, dat zo’n ontmoeting niet plaats gevonden kan hebben. Zelf vind ik de roman van Mary Glazener in veel opzichten geslaagd, maar ik merk, dat het me ook verwart, om bij iedere zin te moeten bedenken, wat nu wel en niet echt gebeurd is (hoewel we daar als theologen natuurlijk wel aan gewend zijn), daarom was ik destijds blij met het verschijnen van het boek van dr. Schlingensiepen. Juist vanwege de nauwgezetheid in het weergeven van de feiten en het weglaten van zaken waarover we alleen maar kunnen speculeren.

En zeker zo blij ben ik, dat dit boek nu in het Nederlands is vertaald. Ik heb het nog niet in kunnen zien, maar heb begrepen dat het een mooi gebonden boek is en zo hoort het ook: een goede tekst (en dat is dit) verdient een mooi boek. Gefeliciteerd.

Dit bericht is geplaatst in Lezingen. Bookmark de permalink.