Preek in de Bethelkerk (Amsterdam-Noord) 4/3/2018

Preek in de Bethelkerk (Amsterdam-Noord) op zondag 4 maart 2018 (Oculi)

Gelezen werd: Exodus 20, 1-17 en Johannes 2, 13-22.

Gemeente van Christus,

Zoals jullie natuurlijk wel eens gemerkt hebben, kent het leesrooster van De Eerste Dag een Mattheus-jaar, een Marcus-jaar en een Lucasjaar en na drie jaar begint de cyclus opnieuw. Er is geen Johannes-jaar! Johannes wordt gelezen op de feestdagen (Johannes 1 met Kerst, Johannes 20 met Pasen) en op een aantal vaste zondagen van het jaar, waarbij de dan lopende cyclus van evangelie-lezingen wordt onderbroken. Dat heeft als grote nadeel dat we weinig zicht krijgen op de samenhang van het Johannes of zelfs van gedeeltes van dat Bijbelboek. De lezing van vanmorgen over de reiniging van de tempel volgt eigenlijk op het verhaal over de bruiloft van Kana dat we op Kana-zondag in januari hebben gelezen. Het eerste verhaal speelt zich af in het Galilese Kana, het tweede in de tempel van Jeruzalem. In Kana stonden de watervaten voor de reiniging van de Judeeërs, want de Judeeërs zijn zuiver in de leer, zij houden zich rein en zijn bang verontreinigd te worden in het toch bijna heidense Galilea. Jezus grijpt daar in en maakt het water dat er specifiek was voor de reiniging van de Judeeërs tot kostelijke wijn (wijn van het koninkrijk) voor Galileeërs en Judeeërs beide. Hij huwt de mensen (op het bruiloftsfeest) aan elkander, Judeeër aan Galileeër, Nathanaël aan Filippus, Jood aan Griek. Ja, hoe zuiver in de leer zijn die Judeeërs eigenlijk. Het is bijna Pesach, dan moet er opgeruimd worden, al het zuurdeeg – daarmee wordt ook bedoeld alles wat niet past in de bedeling van de bevrijding, van het nieuwe leven – moet weggedaan worden uit de huizen. Tot op de dag van vandaag is de periode voor Pesach voor joodse families binnen en buiten Israël aanleiding voor een grote schoonmaak, want wil je zeker zijn, dat er nergens een kruimeltje brood of ander zuurdeeg achterblijft, dan moet alles grondig schoongemaakt worden. Ik vind dat altijd buitengewoon geestig, want orthodoxe mannen en jongens die normaal geen vinger uitsteken in het huishouden, werken zich dan uit de naad, want nu is het een mitswe, een religieuze plicht geworden. Voor Pesach moet alles dus in orde zijn, in de huizen, maar ook in de tempel. Wat Jezus daar aantreft lijkt in niets op de sfeer die er dient te zijn in de aanloop naar Pasen. Er wordt gehandeld, natuurlijk in offerdieren, maar het geld gaat van hand tot hand en omdat de Romeinse munt op het tempelterrein geen waarde heeft, moet het gewisseld worden voor een speciale tempelmunt en waar gewisseld wordt, wordt geld verdiend en het valt niet uit te sluiten dat de Romeinen op dit alles hun eigen toenmalige BTW hieven. Hoe koosjer is dit allemaal. Hoe staat het met de zuiverheid van de zuiveren? Jezus maakt een zweep van touwtjes. Het zeldzame woord voor touwtjes is een vertaling van een Hebreeuws woord, dat snoer of meetsnoer betekent. Wie dit leest herinnert zich misschien de uitspraak: Met de maat waarmee jullie meten, zullen jullie gemeten worden. Hij neem ze de maat, ja hij slaat ze letterlijk met die maat om de oren. Wie ooit de rockopera Jesus Christ Superstar heeft gezien (als opera of als film) herkent het onmiddellijk als een van de meest indrukwekkende scenes: Ted Neeley die krijsend het tempelplein schoonveegt. Het lijkt niet bij Jezus te passen. Maar je kunt je ook afvragen of wij dan niet een te lieve, te burgerlijke voorstelling van Jezus hebben. Hij brandt van woede, hij brandt van ijver, want waar gaat het om? De andere evangelisten zeggen, dat wat een bedehuis had moeten zijn tot een rovershol is gemaakt, dat laat Johannes weg, want hij wil iets anders vertellen. Daarom vertelt hij als enige evangelist dit verhaal ook niet bij de laatste en definitieve intocht in Jeruzalem, maar direct in het begin van zijn evangelie. Johannes zoekt niet naar een zorgvuldige chronologische weergave, maar wil met zijn evangelie als het ware commentaar geven op de eerdere drie. Het veranderen van water in wijn noemt hij het eerste teken dat Jezus heeft gedaan. En nu laat hij de Judeeërs zeggen: Wat voor teken is dat je nu doet. Jij die water in wijn verandert en daarmee het feest voor de mensen redt, die de goede wijn uitschenkt, jij gaat nu als een razende Roeland tekeer? Daar raken ze de kern. Dit is het tweede teken dat Jezus doet. Een heel ander teken dan het eerste, maar de beide tekenen samen vormen de synopsis, de samenvatting van wat hij is komen doen: de liefde voor mensen, het mogelijk maken dat mensen van totaal verschillende komaf en opvattingen toch met elkaar in vrede kunnen leven en zelfs samen feest kunnen vieren, betekent ook een absoluut nee tegen alle praktijken die daar tegenin gaan, die het feest op aarde grondig bederven, omdat er toch in ieder geval geld verdiend moet worden. Als het zo moet, als we zo ver van huis zijn geraakt, als het bedehuis een rovershol is geworden, dan helpen geen halve maatregelen meer, dan moet er grondig de bezem door. Ja in zijn antwoord aan de Judeeërs gaat Jezus nog een stapje verder en heeft het over het afbreken van deze tempel. Breek maar af deze gecommercialiseerde toestand die jullie als godsdienst menen te moeten verkopen. In drie dagen zal ik hem weer oprichten. De Judeeërs nemen het letterlijk, hoe kun je nu een tempel waar zesenveertig jaar aan gebouwd is in drie dagen weer oprichten. Het gaat over de tempel die Herodes de Grote, vermoedelijk rond het jaar 20 voor onze jaartelling is begonnen te bouwen. Hij staat er nog niet zo lang en de Judeeërs zijn er maar wat trots op. Of moet je dat zes en veertig anders lezen? Zoals de Judeeërs letterlijk zeggen volgens het verhaal: veertig en zes jaren. De veertig jaren van de woestijn en de zes dagen van de schepping? Het is hun hele wereld! Of misschien ook moeten we het Hebreeuws begrijpen, want het Hebreeuws kent geen cijfers, maar duidt ze aan met letters, zodat elke letter en zelfs elk woord ook een getalswaarde heeft en de getalswaarde van het woord adam, mens, is zesenveertig. Deze tempel is adamitisch, is mensenwerk. Johannes is bang dat de lezer het niet zal begrijpen en legt het uit: Hij sprak over de tempel van zijn lichaam, die afgebroken zal worden en na drie dagen weer opgericht, opgewekt zal worden. Toen hij uit de doden was opgericht, herinnerden zijn leerlingen zich dat hij dit zei en zij geloofden de Schrift en het woord dat Jezus gesproken had. Die laatste zin kenmerkt het evangelie van Johannes: Het is een meta-evangelie, een beschouwing achteraf. Dat zijn de andere evangeliën natuurlijk in zekere zin ook, in die zin, dat ze naderhand geschreven zijn, maar die kiezen ervoor om toch een chronologische verhaal te vertellen, terwijl Johannes in alles laat horen dat hij het achteraf overdacht en geformuleerd heeft. De Eerste Dag heeft om niet helemaal duidelijke, maar wel zeer doeltreffende redenen dit verhaal verbonden met de lezing van de Tien Woorden uit Exodus. Want dat is toch de achterliggende vraag bij dit verhaal: als dat allemaal niet mag, die handel in religiosa, die hele poppenkast, vertel dan eens, waar gaat het wel om. Het is Amos, die als profeet voor het eerste spreekt over het meetsnoer, waarmee het volk en heel zijn praktijk gemeten zal worden. Hij weet het zeker: al die offers kunnen de Eeuwige gestolen worden als er niet in recht en gerechtigheid gehandeld wordt, als het recht van de arme wordt vertreden, of beter gezegd verkocht. Het is misschien heel erg ouderwets, maar ik zeg het toch maar eens een keer: de diepste waarheid van ons geloof is ethisch. Natuurlijk is het van belang wat we wel en niet geloven en hoe we denken over de zin van ons leven – dat hoort er misschien ook wel bij – maar ten diepste gaat het erom wat we doen. Dat kunnen we ook leren uit de opbouw van het boek Exodus. Het begint met de bevrijding uit de slavernij en dan gaat het van de Rode Zee naar de berg Sinai, daar ontvangt Mozes de tafelen van het verbond met de tien afspraken, die nodig zijn om in vrede met elkaar te kunnen leven op deze aarde. Pas daarna volgen de uitvoerige beschrijvingen van de tabernakel en hoe het religieuze leven van de Joden eruit moet zien. De ethische invulling van hun geloof is niet een late ontwikkeling van het Jodendom in de zin van: toen ze geen tempel meer hadden toen moesten ze het wel over een andere boeg gooien en zijn aan de Talmud begonnen, nee, het ethische karakter van de godsdienst van Israël heeft vanaf het allereerste begin centraal gestaan. Het is het vaste thema van de profeten. Hoe gaan jullie om met die Tien Woorden, hoe brengen jullie je geloof in de praktijk? Alles wat in de tempel gebeurt is van het grootste belang en wat er daarna in de synagoges en in de Joodse huisgezinnen gebeurde was ook van groot belang, maar het zijn allemaal Riten en Symbolen. Zo noemde Rabbijn Simon Philip de Vries, die bijna zijn hele leven rabbijn in Haarlem was en in 1944 werd omgebracht in het concentratiekamp Bergen Belsen, zijn grote standaardwerk over het Joodse leven: Joodse Riten en Symbolen. Het zijn de dingen die we van dag tot dag doen om ons te herinneren aan waar het werkelijk om gaat: De Eeuwige liefhebben en de naaste als onszelf. Daarom gaat het in de Tien Woorden, daaraan hangen de hele Tora en de Profeten. Daaraan hangt tenslotte ook het evangelie, dat geen tittel of jota daarvan verloren wil laten gaan. Wij delen dus de wereld niet in in gelovige en ongelovige of andersgelovige mensen, maar in mensen die liefhebben en recht doen en in mensen, die het goede leven onmogelijk maken door hun hebzucht, hun uit zijn op winstbejag en zo de toekomst in de weg staan. Daarom kan Jezus niet alleen  wijn uitdelen, maar moet hij ook de tempel schoonvegen. Het zijn  de twee tekenen die aan het begin van het evangelie van Johannes symbolisch zijn voor heel zijn verdere optreden. Hij is de saddiq, de rechtvaardige en hij is de lijdende knecht des Heren, want opkomen voor recht en gerechtigheid vraagt om de bereidheid ervoor te lijden, ja er eventueel voor te sterven. Het Pascha van de Judeeërs is nabij gekomen. Ook ons Paasfeest is nabij, we leven in de veertigdagentijd. Tijd van bezinning, tijd van grote schoonmaak, wat is echt van belang en wat staat het geluk en de vrede tussen de mensen in de weg. Onze ogen zijn gevestigd op Hem, die ons kan redden, door zijn voorbeeld, door de weg, die hij gegaan is, een weg waarop wij Hem vol vertrouwen mogen navolgen, in deze stille tijd en in alle dagen van ons leven. Amen.

 

Dit bericht is geplaatst in Preken. Bookmark de permalink.