Preek in de Willem de Zwijgerkerk 20/2/2022

Preek in de Willem de Zwijgerkerk op zondag 20 februari 2022. Gelezen werd Genesis 45, 1-11 en Lucas 6, 27-38

Gemeente van Christus,

Mogelijk is hier in de Willem vorige week niet het voorafgaande gedeelte van het Lucasevangelie gelezen. Dat is in dit geval niet zo’n groot probleem, omdat het voorafgaande gedeelte een van de meest bekende teksten uit de bijbel is. De veldrede van Lucas is een variant op de Bergrede van Mattheus. Ze hebben uit dezelfde bron geput, maar Mattheüs laat Jezus die rede uitspreken op een berg en Lucas in het veld, nadat hij net van de berg is afgedaald. Beiden willen ze daarmee hetzelfde aangeven, namelijk de vergelijking met Mozes die met de tien geboden van de berg afdaalt. Mozes, die daarmee de grondslag legt voor een Bijbelse ethiek. Lucas wil zo aards mogelijk blijven. Jezus is niet op de berg bij God, zoals Mozes dat was, maar hij is afgedaald van de plaats waar hij in gebed tot God was naar de mensen, de mensen die hij liefheeft: zijn leerlingen allereerst en daaromheen allen die gekomen zijn om te horen en door hem genezen te worden. En hij begint zijn toespraak door zijn toehoorders gelukkig te prijzen. Lucas zegt niet: Gelukkig zijn de armen, want voor hun is het koninkrijk van God, zoals Mattheüs, nee hij zegt: Gelukkig de armen, want van jullie is het Koninkrijk van God. en dan prijst hij hen ook gelukkig als hongerigen, als treurenden en als gehate mensen. Ja, zo zult u zeggen en wellicht hebben de eerste hoorders dat ook wel gedacht: Mooi is dat. Je kunt ons nu wel gelukkig noemen, zalig prijzen, maar wij zitten met de gebakken peren. Hoe doe je dat, gelukkig zijn als je niets hebt, als je honger hebt en verdriet en de hele wereld is tegen je, is je vijand? Hoe leeft de gemeente van Christus als ze alles weggeven wat ze hebben en hun karige inkomsten met elkaar delen? Hoe blijven ze overeind? Je zou wat nu volgt de ethiek van de Bergrede of de veldrede kunnen noemen. Dietrich Bonhoeffer schreef in zijn Ethiek dat je niet zomaar kunt aannemen, dat de hele Bijbel geschikt is om als uitgangspunt voor de ethiek te gebruiken, maar zegt hij: drie tekstgedeeltes springen eruit, als voor een Bijbelse ethiek het meest relevant: De decaloog, de tien geboden, De Bergrede en de apostolische vermaning. Mijn leermeester Bert ter Schegget, in leven hoogleraar christelijke ethiek in Leiden, bij wie ik ooit een bijvak voor mijn doctoraal deed, nam dit ter harte en schreef boeken over juist deze drie onderwerpen. Ja hoe doe je dat, leven als underdog? De veldrede van Lucas getuigt van een praktische nuchtere wijsheid, sommigen zullen zeggen boerenslimheid. ‘Wie niet sterk is, moet slim zijn’, zeggen wij,

en sterk is die jonge gemeente van volgelingen van Jezus niet, zeker niet als je het op moet nemen tegen de overmacht van het Romeinse imperium en zelfs niet tegen de Joodse autoriteiten van hun dagen. En dan luidt het eerste en grote gebod: Hebt uw vijanden lief. Voor de helderheid: Jezus is niet zoals Rutger Bregman van mening dat de meeste mensen deugen en dat het dus wel meevalt met die vijanden. Nee, de vijanden zijn echte vijanden, diegenen die er alles aan doen om de verwerkelijking van het koninkrijk van God onmogelijk te maken en die de jonge gemeente werkelijk met de dood bedreigen. Wat doe je daartegen. Terugvechten, erop slaan? Kansloos, de overheid draagt het zwaard niet tevergeefs zal de apostel Paulus zeggen en hij bedoelt maar, gewapend verzet daartegen is kansloos en zinloos en wat misschien nog erger is, het verlaagt jou tot hun niveau, voordat je het weet ben je even erg. En stel dat je het wel zou winnen, dan worden de winnaars van nu de onderdrukkers van morgen. Ik ben er persoonlijk van overtuigd, dat het socialisme in veel landen waar ze de macht hebben veroverd, daaraan ten onder is gegaan, omdat ze de methodes van de vijand hebben overgenomen. Ze wilden nog sterker zijn en werden nog rigider en fanatieker dan hun tegenstanders en tenslotte waren ze door hun eigen bevolking minstens zo gehaat als de uitbuiters die voor hen aan de macht waren. Je zult het langs een totaal andere weg moeten proberen, de weg van de vijandsliefde. Als iemand jou een klap geeft, keer hem je andere wang toe. Dat is geen slimmigheidje, zoals weleens gesuggereerd is, dat de agressor met zijn andere hand wel met de rug van zijn hand zou moeten slaan: minder hard en met een grotere kans zijn eigen hand te bezeren. Nee, het is serieus, laat hem zien dat de bereidheid om te lijden en onrecht te verdragen onze manier van vechten is. Er wordt daarmee een voorbeeld gegeven, het moet de tegenstander tot nadenken brengen. Het is als het beroemde verhaal over de man in het concentratiekamp, die vastgesteld had, dat de bewaker iedere keer hetzelfde schlemielige mannetje afranselde. Op een ochtend bij het appel stapt hij naar voren en zegt: neemt u vandaag mij maar. Beschaamd druipt de bewaker af en de jongen krijgt die dag geen slaag. Het Bijbelse verhaal, wat dat betekent, je vijanden liefhebben, hebben we gehoord in de eerste schriftlezing. Jozef was erop uitgestuurd om naar de vrede van zijn broers te vragen, maar van vrede wilden die niets weten. Ze pakten hem zijn mantel af, gooiden hem in de put, drenkten de mantel in bloed en vertelden hun vader, dat ze zo de jas van hun broer hadden gevonden. Jaren later, zijn de rollen omgekeerd. De broers buigen zich (zoals Jozef in zijn gehate droom had gezien) voor hem neer. Zij zijn nu kwetsbaar en weerloos en niemand is in Egypte buiten de Farao machtiger dan Jozef. Hij had ze allemaal op kunnen laten sluiten en zelfs om kunnen laten brengen, maar hij wil er maar één, de kleinste, Benjamin, achterhouden in Egypte om te kijken hoe ze nu zullen reageren. Maar dan is daar Juda als die man in het kamp die tegen Jozef, die hij nog niet als zodanig heeft herkend zegt, neem dan mij maar! Dan maakt Jozef zich bekend en omhelst al zijn broeders, kust de mannen die hem voor dood hebben achtergelaten. Zo leert hij hun wat genade is en ons wat liefde voor de vijand is. Genade, dat is in ons evangeliegedeelte een sleutelwoord. Dat moet je dan ook niet wegvertalen zoals het NBV doet, wanneer ze spreken van ‘verdienste’. Nee het gaat om genade. Het gaat erom dat zichtbaar wordt gemaakt wat genade is in een genadeloze wereld. We horen het maar liefs drie keer. Als je liefhebt wie jou liefhebben, als je goed doet, aan wie jou goeddoen, als je leent aan hen van wie je, liefst met rente, terug hoopt te ontvangen. Wat voor genade is dat voor jullie. Je handelt dan in hetzelfde ‘voor wat hoort wat’-schema (het schema waarnaar ook dat woord ‘verdienste’ verwijst) dat eigen is aan de economie van de wereld, toen en nu. Daar moet een ander schema tegenovergesteld worden: een schema, waar de genade, het gratis (wat van gratia, genade is afgeleid) centraal staat. Een schema waarin de liefde en de vrijspraak centraal staan. En dan het verrassende slot: uiteindelijk wordt je daar ook zelf beter van, ergens zal het licht doorbreken. De liefde werkt aantrekkelijk, waar de haat verbitterd. De wereld wordt er leuker van, aangenamer, een plaats waar het goed wonen is. Misschien nu niet direct, maar het water breekt de steen en de zachte krachten zullen zeker winnen. Dat is het hart van de nieuwe messiaanse ethiek. Een ethiek die ons oproept om navolgers van God te worden. Als hij zijn zon op laat gaan over goeden en bozen, hoe zullen wij dan de euvele moed hebben om de wereld op te delen in goed en kwaad en dan natuurlijk onszelf als goed en de anderen als kwaad te bestempelen. Weest barmhartig, zoals jullie vader barmhartig is en oordeelt niet en je zult niet geoordeeld worden. Iedere dag berichten over troepenconcentraties bij de Russische grens, troepen die op het eigen grondgebied gestationeerd zijn, terwijl de NAVO troepen uit alle landen in de Baltische staten, en zodra die toetreden tot de NAVO ook in de Oekraïne zullen stationeren. Dat gebeurt, omdat wij vanzelfsprekend de agressie en de boosheid bij de Russen veronderstellen en geen ogenblik bedenken, hoe de oefeningen van NAVO-troepen aan deze kant van de Russische grens over moeten komen. Het lijkt een beetje op Trump, die vier jaar bezig is geweest om met allerlei nieuwe wetgeving in de verschillende staten te regelen, dat hij de verkiezingen niet kon verliezen. En als dat dan toch gebeurt, dan is het de manipulator zelf die als eerste roept, dat de verkiezingen gestolen zijn en dat er op grote schaal fraude is gepleegd. Of een belastingdienst, die toch moet weten, dat het de rijken zijn, die sinds jaar en dag bezig zijn om alle mazen (zelfs als die er niet zijn) in de wet te vinden om belasting te ontwijken of te ontduiken, waarbij het om tonnen of zelfs miljoenen gaat, maar zij gaan achter de kleintjes aan om ze te laten bloeden als ze ergens zijn vergeten om een klus van een paar honderd euro op te geven. Lieve mensen, de lezingen van vanmorgen zeggen maar één ding: zo gaat het niet, het zal anders moeten. Behandel mensen zoals je zelf behandeld zou willen worden. Zegen wie je vervloeken, laat zien dat wij van genade leven en daarom ook genade uit willen delen. Liefde en verantwoordelijkheid, zo concludeerde Bonhoeffer op grond van de Bergrede, dat zijn de sleutelwoorden voor een Bijbelse ethiek. Daarmee moeten we het doen. Amen.

Dit bericht is geplaatst in Preken. Bookmark de permalink.