De navolging van Christus
Het is een kleine zeshonderd jaar geleden dat in het Augustijner klooster de Agnietenberg te Zwolle het boek werd geschreven, dat na de bijbel het meest gelezen boek in de christelijke wereld zou worden: De navolging van Christus. De schrijver, Thomas à Kempis (1379-1471) was weliswaar in Duitsland geboren, maar treedt op twintigjarige leeftijd in bij de Augustijnen in Zwolle en woonde tot zijn dood in Nederland. Al die zeventig jaar was hij monnik en deed monnikenwerk. Hij schreef boeken over en tussendoor schreef hij zelf een aantal boeken, waaronder deze bestseller. Wat navolging van Christus was, dat meende Thomas wel te weten: je moet een zo vroom mogelijk leven leiden en je afkeren van alles wat je mogelijk tot zonde zou kunnen verleiden: “Indien gij mijn discipel wilt zijn, verloochen uzelf!”. Zoals Thomas het zei en schreef, zeggen we dat niet meer. Bovendien was er kort daarna die andere Augustijner monnik, Maarten Luther, die het klooster verliet, omdat je misschien wel juist de wereld in moet gaan om Christus na te volgen. Maar de vraag, wat dat is, navolging van Christus, blijft van het grootste belang. En het al te gemakkelijke protestantse antwoord, dat je helemaal niets hoeft te doen en alleen maar hoeft te geloven, voldoet niet echt. Ruim vijfhonderd jaar na Thomas à Kempis verschijnt er opnieuw een boek dat Navolging heet. Ook de schrijver van dit boek is in Duitsland geboren. Hij heet Dietrich Bonhoeffer (1906-1945) en hij vraagt zich in de jaren dertig af, wat je in hemelsnaam kunt doen tegen Adolf Hitler, wiens invloed van jaar tot jaar groter wordt. Hij bestudeert de Bergrede en schrijft daarover het boek Navolging. Hij zegt dat navolging meer is dan geloof alleen, het is geloof en gehoorzaamheid, geloven en doen, het is bereid zijn het lijden te dragen en uit te houden. Maar de moordmachine van het nationaalsocialisme raast maar door en miljoenen mensen in de hele wereld worden er het slachtoffer van. Wat is navolging van Christus concreet? Wat mag, nee, wat moet je doen in zo’n situatie? Dan begint Bonhoeffer een ethiek te schrijven. Minstens drie keer maakt hij een nieuwe start in zijn poging uit te leggen, wat christelijke ethiek is, wat God van mensen vraagt. Uiteindelijk komt hij uit bij twee grondwoorden: liefde en verantwoordelijkheid. In liefde en verantwoordelijkheid moet een mens doen, wat hij meent dat nodig is en goed. Buiten zijn geloof heeft hij geen zekerheid, dat wat hij doet ook werkelijk goed is, maar hij mag hopen op vergeving. Het boek komt niet af. In april 1943 wordt Bonhoeffer door de nazi’s gearresteerd en twee jaar later wordt hij opgehangen vanwege zijn aandeel in een complot tegen Hitler. Niet vanwege zijn geloof, maar om wat hij in navolging van Christus gedaan had. Het onvoltooide boek wordt door zijn beste vriend in 1949 uitgegeven. Het geeft geen definitieve antwoorden, maar het helpt ons na te denken over wat God van ons wil en is daarom misschien wel net zo belangrijk als het boek van Thomas à Kempis. Sinds kort is het in het Nederlands vertaald.