Nieuwjaarstoespraak LATE 11-1-2015

Korte nieuwjaarstoespraak in het Gast-huis (11 januari 2015) tijdens de Nieuwjaarsreceptie van LATE en Heilig Vuur West (gebruikers van het Gast-huis)

Lieve mensen,

Afgelopen dinsdag had ons Leerhuis haar eerste bijeenkomst in 2015. Het was een Driekoningen-ontmoeting met drie wijzen over het klimaat. Eén van de wijzen had een secondant meegenomen, zodat het eigenlijk vier wijzen waren. Dit tweetal, twee alleraardigste Nederlandse moslims van Turkse afkomst, vertegenwoordigden de “Groene Moskee” van Deventer. Niet groene moskee, zoals je in Istanbul de Blauwe Moskee hebt, maar groen, omdat ze door hun omgang met milieu en elektriciteit het certificaat ‘groene moskee’ hebben verworven, zoals er ook kerken zijn, die het certificaat ‘groene kerk’ hebben. In een korte eenvoudige weergave met behulp van Power Point legden ze uit, wat ze op dit vlak deden en hoopten te bereiken in Deventer. Na een eerste sheet met de titel van het verhaal, begon de tweede sheet als volgt: Punt 1: Leren, leren, leren. Leren uit de Koran, leren van elkaar en leren van anderen!

Leren, leren, leren als eerste prioriteit! Jullie begrijpen, mijn hart ging als leerhuispredikant iets sneller kloppen. Natuurlijk is het mij deze afgelopen week net gegaan als ons allemaal. Na de dinsdag kwam de woensdag en het gebeuren van die woensdag bepaalde je hele denken. Frankrijk, zo werd ons door alle specialisten uitgelegd, was het best beveiligde land ter wereld en toch werd daar in een door de politie beveiligd pand een aanslag uitgevoerd die aan twaalf mensen het leven kostte. In mijn boekenkast staat al meer dan dertig jaar een boekje met geinige, voor die tijd wat gewaagde tekeningetjes met buitengewoon geestige en meestal ook zelfkritische verhaaltjes. De schrijver en tekenaar: Georges Wolinski, mede-oprichter van Charlie Hebdo (daarvoor Hari-Kiri geheten) en woensdag op tachtigjarige leeftijd vermoord. Geen mens, geen pand, geen stad, geen land kan echt voor honderd procent beveiligd worden. We zullen dus een andere manier moeten vinden om dergelijke verschrikkelijkheden in de toekomst te voorkomen. En toen moest ik weer terugdenken aan die twee aardige moslims en hun statement: leren, leren, leren. Misschien moeten we allemaal nog verschrikkelijk veel leren, zodat we elkaar veel beter leren begrijpen. Nu zult u misschien denken, ja, niet iedereen kan goed leren, maar daar gaat het niet om. Domheid is niet ‘niet kunnen leren’; ieder heeft zijn eigen mogelijkheden en manieren en niveaus van leren en juist van mensen die ‘niet zo goed kunnen leren’ kun je soms heel veel leren. Domheid is niet willen leren. Je ogen sluiten voor wat er gebeurt en stoppen met nadenken over wat er van de wereld en onszelf moet worden.  Misschien is dat wel het grootste gevaar van onze door de moderne media beheerste wereld, dat we stoppen met zelf na te denken, dat we geen meningen meer ontwikkelen, maar ons meningen aan laten praten. Daarom zou ik het advies van onze moslimvrienden over willen nemen: leren, leren, leren. En ik stel voor als goed voornemen, ook voor mezelf, vooral voor mezelf, om iedere dag iets te leren (een dag niets geleerd is een dag niet geleefd). Misschien een gedicht of een liedje, een mooie tekst of misschien alleen maar een woord. Soms kan één woord zoveel duidelijk maken. Laat ik proberen jullie vandaag één woord te leren. Ik ken het zelf nog maar een paar weken, heb het dus ook moeten leren. Maar – ik zeg het er gelijk bij – het is een verschrikkelijk moeilijk woord en het staat niet in de grote Van Dale. Laat ik eerst vertellen van wie ik het woord heb geleerd. Ik heb het geleerd van Paus Franciscus. Paus Franciscus wordt vast één van die weinige pausen, die niet heilig verklaard zal worden, misschien wel omdat hij het is – of minstens een heel eind in de buurt komt. Op 22 december vorig jaar hield hij een kersttoespraak voor de Curie, waarin hij een opsomming maakte van alles wat er volgens hem mis was met de kerk en in het bijzonder met de leiding ervan, de Curie. Hij had het over begrafenisgezichten en over spirituele alzheimer, mentale en geestelijke verstening en nog veel meer. Maar dat is niet het woord , dat ik bedoel. Het woord, waarin alles wat er mis is met de kerk (en ik denk niet alleen met de kerk) wordt samengevat luidt: zelf-referentialiteit. Ik zeg het nog een keer heel langzaam, als u wilt mag u het opschrijven: zelf-re-fe-ren-ti-ali-teit. Zoals ik al zei, het staat niet in Van Dale, maar daarom kunnen we nog wel bedenken wat het betekent of wat de paus ermee bedoeld heeft. Ik noem de hele zin, waarin het woord voorkomt: “Wanneer de kerk niet buiten zichzelf treedt om het evangelie te verkondigen, wordt zij zelf-referentieel en wordt ziek. Het kwaad dat kerkelijke instituties teistert heeft zijn wortels in de zelf-referentialiteit, in een soort theologisch narcisme.” In het woord referentialiteit zit het werkwoord refereren of in goed Nederlands: verwijzen. Zelf-referentialiteit is dus een voortdurend verwijzen naar jezelf, niet buiten je eigen manier van denken en spreken kunnen treden, niet horen hoe anderen over je denken en spreken en zo in een kringetje rond blijven lopen. Het betekent volgens mij ook: ophouden te leren, omdat je denkt alles al te weten. Inderdaad, narcisme dus. En u weet hoe het Narcissus verging. Hij werd verliefd op de enige die zijn liefde niet kon beantwoorden, op zichzelf en ging aan de onbereikbaarheid van zijn eigen spiegelbeeld ten onder. In de kerk – juist in de kerk, maar niet alleen in de kerk, gaat het niet om jezelf, maar om de ander. Mijn grote leermeester Dietrich Bonhoeffer zei het zo: kerk is pas kerk als zij er is voor anderen. Misschien dat we dat kunnen worden, als we ons bevrijden van die ziekte van de zelf-referentialiteit.

 

Dit bericht is geplaatst in Lezingen. Bookmark de permalink.