Preek in de Johanneskerk (Amersfoort) op zondag 8/9/2019

Preek in de Johanneskerk te Amersfoort op zondag 8 september 2019. Gelezen werd Deuteronomium 30, 15-20 en Lucas 14, 25-33.

Gemeente van Christus,

Keuzes maken, dat is heel duidelijk het thema dat naar voren komt uit de beide lezingen van deze zondag. Keuzes maken ten aanzien van wat je doen wilt: kiezen voor iets, maar ook tegen iets. Ons hele leven bestaat uit een eindeloze hoeveelheid keuzes, heel veel keuzes die er minder toe doen, waarvan je misschien zelfs kunt zeggen: je kunt zowel het ene als het andere kiezen. Maar soms kom je in je leven voor beslissende keuzes te staan, keuzes die jouw leven en eventueel ook die van heel veel anderen bepalen. In het kader van de lezingen lijkt dat allemaal heel vanzelfsprekend, zegen of vloek, volgen of niet volgen, maar in de praktijk van ons eigen leven ligt het meestal niet zo helder. De werkelijkheid is in de regel niet zo zwart-wit, niet een kwestie van of-of, maar meer van en-en, niet zo zeer van een keuze maken, maar meer van compromissen sluiten. En het is helemaal niet op voorhand zeker dat dit niet zou mogen. De keuzes die een mens moet maken zijn ook afhankelijk van de situatie waarin we leven: soms radicale keuzes, soms compromissen en de ware kunst de grootste keuze is om te weten, wanneer we wat moeten kiezen, dat wil zeggen: de tekenen van de tijd verstaan en op grond daarvan te beslissen. De situaties die in onze lezingen werden beschreven zijn heel speci­fiek. Het slot van het boek Deuteronomium vormt de afsluiting van de hele tora. Mozes weet dat hij het beloofde land niet binnen zal gaan en staand op de grens, bindt hij het volk nog een keer op het hart om toch vooral de goede keuzes te maken. Om vast te houden aan de tora als leefregel. Om vast te houden aan dat uitgangspunt van recht en vrede, want doe je dat niet – zo houdt Mozes het volk voor – dan gaat het grandioos mis. Dat is niet het dreigement met een wrekende God die jou genadeloos zal straffen, maar de praktische vaststelling: als jullie er een puinhoop van maken, dan leef je in een puinhoop. Als jullie er een paradijs, een land van melk en honing van maken, dan leef je in een paradijs. De keuze die Mozes aan het volk en indirect aan alle lezers voorhoudt, is er een van alle tijden. Kiest het leven. Kiest voor die mach­ten die het leven van de mensen verdedigen, bescher­men en in stand houden en tegen alle krachten die dat leven bedreigen. Dat is een keuze, waarvoor ook wij gesteld worden. Bij alles wat we doen en laten is dat een criterium: draagt wat wij doen bij aan de vreugde, de vrede, de vriendschap tussen de mensen of dienen we alleen ons eigen belang en leven we ten koste van anderen.

De keuze waarvoor Jezus zijn hoorders stelt, lijkt heel veel op die van Mozes. Dat zal ook de reden zijn dat de roostermakers deze twee teksten aan elkaar hebben gekoppeld. Ook Jezus stelt voor een beslissende keuze. En hij doet dat op een ongehoord radicale manier. Als je kiest om hem te volgen, dan is dat een keuze die al het andere uitsluit, geen of-of, geen compromissen. Het eren van je vader en je moeder wordt nota bene genoemd in de tien geboden, opdat je dagen verlengd worden in het land dat de Eeuwige, jouw God, je geven zal. Maar Jezus zegt: wie tot mij komt en niet haat zijn vader en zijn moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja zijn eigen leven, die kan mijn leerling niet zijn. Nu moet ik daar wel een aantekening bij maken, dat woord ‘haten’, moet u lezen in de zin, waarin God zegt: Jacob heb ik liefgehad en Ezau heb ik gehaat. Dat wil zeggen: ik heb gekozen voor Jakob, ik heb aan hem de voorkeur gegeven boven Ezau. Zo, zegt Jezus, moet je, wil je leerling zijn van mij, daaraan voorrang geven boven al het andere, ook je vader, je moeder etc… En dan hebben we een geweldig probleem, want kunnen we dat, willen we dat en tenslotte – en dat lijkt mij in dit kader de belangrijkste vraag – wordt dat ook echt van ons gevraagd. In de eerste plaats moeten we natuurlijk zeggen, dat het in de situatie waarin het verteld wordt gaat om een concrete vraag: namelijk de vraag om Jezus te volgen als discipel. Dat is letterlijk zoals Johannes en Jacobus, Simon en Andreas en al die andere hebben gedaan: stoppen met waar je mee bezig bent, je beroep, je baan opgeven, je ouders, je vrouw en kinderen in de steek laten en met Jezus meetrekken naar Jeruzalem. In die zin, daarin moeten we heel duidelijk zijn, wordt dit op deze manier niet van ons gevraagd. Het moet dus vertaald worden naar onze situatie. Hermeneutiek wordt dat met een moeilijk woord genoemd. Dat is de tekst zo interpreteren dat die betekenis krijgt voor ons, die in een andere situatie leven dan de oorspronkelijke hoorders. Deze herme­neutiek overslaan en simpelweg stellen, dat er nu eenmaal staat wat er staat en dat dit voor eens en voor altijd op dezelfde manier geldig is, leidt tot die vorm van fundamentalisme, dat we zo fanatiek bestrijden, wanneer het over de interpretatie van de Koran gaat. Dat willen we niet. We willen de tekst zo goed mogelijk begrijpen en dat is dus ook begrijpen in de situatie waarin wij leven. Nu is er altijd een geweldig gevaar bij de inter­pretatie en dat is die van de vergeestelijking. We moeten het, zo wordt ons dan gezegd figuurlijk begrijpen en dan – zo is dan een voor de hand liggende vergeestelijking – gaat het over het geloof in Jezus dat we belangrijker moeten vinden dan al het andere. Ik denk dat je de tekst niet letterlijk moet verstaan, maar dat je hem ook niet geestelijk moet ver­staan. Je moet proberen te bedenken wat de letterlijke betekenis praktisch zou kunnen betekenen voor ons. Want al kunnen we niet meer discipel van Jezus worden in de zin dat we met hem rond kunnen trekken op weg naar Jeruzalem, we zijn wel geroepen om Jezus na te volgen. En – u kent in deze mijn stokpaardje, die heet Dietrich Bonhoeffer en ik schaam me daar niet voor – “navolging is meer dan geloof alleen”. Het gaat wel degelijk om concrete dingen die we omwille van die navolging wel of niet doen.

En er is nog iets dat ons misschien kan helpen dit moeilijke evangelie-gedeelte te begrijpen. In het gedeelte dat vorige week op het rooster stond ging het over het kiezen van de plaatsen aan tafel en nu hebben we het over wat er opgegeven moet worden voor het volgen van Jezus. Er is dan in het rooster één perikoop overgeslagen, Lucas 14:15-24, het is het overbekende verhaal van al die mensen die genodigd worden tot een maaltijd en alle mogelijke excuses bedenken, waarom ze niet hoeven te komen: de een heeft een vrouw getrouwd, de ander heeft een akker gekocht een derde moet een familielid begraven. Op zich allemaal geldige excuses, die in de tora ook expliciet worden genoemd, maar hier functio­neren ze als een smoesje om maar niet op de uitnodiging in te gaan. En uiteindelijk besluit de heer des huizes dan dat hij al die chique gasten met hun chique smoesjes niet hoeft en hij laat de bedelaars van de hoeken van de straten roepen, opdat zijn huis vol zal zijn. Op die gelijkenis – ik denk zelfs als uitleg van die gelijkenis volgt ons gedeelte. Je moet de bestaande conventies, de zorg voor je ouders, vrouw en kinderen, je baan, je inko­men etc. niet gebruiken als excuus om niet dat te doen wat het allernodigst is, de navolging van Jezus, dat is proberen concrete stappen te zetten op weg naar het koninkrijk. En dat is inderdaad, precies als bij de keuze waarvoor Mozes het volk Israël stelt, een keuze op leven en dood. Het gaat er niet alleen om, dat we allemaal het juiste geloof bezitten en dat misschien wel fanatiek ten opzichte van alles en iedereen te verdedigen, het gaat erom dat we in navolging van Jezus het goede doen, dat is, dat wat de vrede, de liefde, de vriendschap tussen de mensen vergroot en zo het koninkrijk van God dichterbij brengt. Wat dat precies is, daarover moeten jullie het met elkaar in de gemeente hebben, maar ook buiten de gemeente met alle mensen van goede wil (en dat hoeven niet per definitie mensen met hetzelfde geloof te zijn). Je moet overleggen: we gaan voor het koninkrijk, maar we gaan niet door roeien en ruiten. Je zult een plan moeten maken: als je een stad wilt bouwen, als je een leger wilt bestrij­den, kortom als je aan een gewichtige taak begint, dan ga je eerst inventa­riseren: met hoeveel zijn we, wat hebben we, wat kunnen we. Zo mogen wij ook zorgvuldig plannen. Een beleidsplan maken, niet in een taal die niemand begrijpt, maar een plan waar de bedoeling op de regels en tussen de regels te lezen is: dat we er willen zijn, voor elkaar, voor onze buurt, voor ons stadsdeel, voor de stad.  Die keuze zullen we steeds opnieuw moeten maken, of wat mij betreft die keuze moeten we aan elkaar steeds opnieuw bevestigen: we geven de moed niet op, we blijven erin geloven. Dat koninkrijk, de gerech­tigheid, de vrede, al die grote woorden…. ze zijn niet meer populair, grote verhalen en grote woorden, als het moet wisselen we ze voor kleingeld, voor concrete plannen en kleine stappen, maar we geven ze niet op. We geven de wereld niet op, omdat onze Heer, die ons roept om hem te volgen, die wereld ook nooit op heeft gegeven, liever offerde hij zichzelf op, dan dat hij de wereld als de plaats van het komende koninkrijk op zou geven. Daarom zegt Jezus: Wie niet zijn kruis opneemt en achter mij aankomt, kan mijn leerling niet zijn. Die bereidheid om als het er echt op aankomt alles te willen opgeven, wordt ook van ons gevraagd. Niet om nu acuut weg te lopen bij onze vrouwen, mannen, kinderen en ouders, maar wel om te bedenken, dat het niet kan om onze blik te vernauwen tot ons eigen kleine kringetje en te denken als het daar maar goed mee gaat, dan laten we de wereld de wereld. Er is ons een koninkrijk voor ogen gesteld, een wereld van liefde en vrede. Kiest dan het leven, kiest voor het konink­rijk en al het andere – vrouwen, mannen, kinderen, ouders, vrienden en vriendinnen – het zal u daarbo­venop geschonken worden. Weet u, het is geen straf om voor het goede te kiezen, juist in het doen daarvan vinden we de vreugde, vinden we medestanders en bondgenoten. Je kruis opnemen kan betekenen dat je van sommige dingen, je eigen welvaart, je eigen carrière af moet zien, maar je krijgt er heel veel voor terug. Niet in een verre, verre toekomst of in ene hiernamaals, maar in de concrete praktijk van het bezigzijn. Maar de volgorde staat vast! Eerst het koninkrijk, eerst de keuze voor de navolging. Wie dat op de lange baan schuift, komt er nooit meer bij uit. Amen.

 

Dit bericht is geplaatst in Preken. Bookmark de permalink.